Een luchtverkeerweg of route heeft aan beide zijden een horizontale en aan de onderkant een verticale begrenzing in de vorm van een minimum vlieghoogte.
Een straalvliegtuig moet, behoudens uitzonderingen, binnen die luchtverkeerweg vliegen. Voor de kleine luchtvaart (de in het algemeen stillere propellervliegtuigen) gelden geen luchtverkeerwegen.
Voor al het vertrekkende verkeer zijn de routes vastgelegd in het Aeronautical Information Publication (AIP). Zie ook de toelichting onder Vertrekkend verkeer
Gerelateerd:
Baangebruik
Vertrekkend verkeer
Naderend verkeer
Hoogtes
Welk verkeer is in de nacht toegestaan
Radartracks